« Art. 68. - § 1. De verzoeken van de aanklager of de onderzoeksrechter, of de beschikkingen van de bijzondere kamers die gericht zijn op de uitvoering van maatregelen inzake inzameling en overlegging van gegevens die inzonderheid betrekking hebben op het vaststellen van de identiteit en het opsporen van personen, het verzamelen van getuigenissen, het overleggen van bewijzen en het toezenden van stukken die noodzakelijk zijn voor het onderzoek of voor het goede verloop van het proces, worden ten uitvoer gelegd volgens de procedure bepaald in de Belgische wetgeving en op de wijze omschreven in het verzoek, tenzij voornoemde wetgeving zulks verbiedt.
« Art. 68. - § 1. Les demandes du procureur ou du juge d'instruction, ou les ordonnances des Chambres extraordinaires visant à l'accomplissement de mesures relatives à la collecte et à la production d'éléments qui concernent notamment l'identification et la recherche des personnes, la réunion de témoignages, la production de preuves et l'expédition de documents, et qui sont nécessaires à l'instruction ou à la bonne conduite du procès, sont exécutées selon la procédure prévue par la législation belge et, à moins que cette législation ne l'interdise, comme il est dit dans la demande.