19. herinnert eraan dat een tekort aan vitaminen en mineralen de oorzaak is van ongeveer 7 % van de mondiale ziektelast en ernstige gevolgen heeft voor de fysieke en cognitieve ontwikkeling van zuigelingen en jonge kinderen; onderstreept dat in de twintig landen die het hoogst scoren op de index inzake verborgen honger (waarvan 18 in Afrika bezuiden de Sahara en twee, namelijk India en Afghanistan, in Azië), groeistoornissen, bloedarmoede door ijzergebrek en een tekort aan vitamine A een hoge prevalentie hebben onder kinderen in de voorschoolse leeftijd;
19. rappelle que les carences en micronutriments, qui représentent près de 7 % de la charge de morbidité dans le monde, ont de graves conséquences sur le développement physique et cognitif des enfants, dès le plus jeune âge; souligne que, dans les vingt pays qui affichent les scores les plus élevés au regard de l'indice mondial de la «faim invisible» (dont dix-huit se trouvent en Afrique subsaharienne et deux – l'Inde et l'Afghanistan – en Asie), les taux de carence en fer et en vitamine A sont extrêmement élevés chez les enfants en âge préscolaire;