Ze stellen dus voor de mogelijkheid van een vordering tot herziening voor beide bij de onteigening betrokken partijen te behouden. Dat betekent dat artikel 3 van het voorstel vervalt (behalve de paragraaf over de procedurebepalingen betreffende de vordering tot herziening) en dat artikel 4 wordt vervangen door een bepaling die artikel 21 van de wet van 26 juli 1962 anders formuleert, zodat bij vermindering van de onteigeningsvergoeding bij rechterlijke beslissing alleen het bedrag van de eigenlijke vergoeding moet worden terugbetaald doch geen enkele vorm van interesten.
Les auteurs de l'amendement proposent donc de maintenir la possibilité d'action en révision dans le chef de chacune des parties impliquées par l'expropriation, ce qui implique la suppression de l'article 3 de la proposition (à l'exception du paragraphe relatif aux dispositions procédurables applicables à l'action en révision), et le remplacement de son article 4 par une disposition offrant un nouveau libellé à l'article 21 de la loi du 26 juillet 196
2 visant à faire en sorte que, en cas de réduction de l'indemnité d'expropriation par décision judiciaire, seul le montant de l'indemnité proprement dite doit être remboursé à l'expropriant,
...[+++]à l'exception de toute forme quelconque d'intérêt.