De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doet ervan blijken dat de efficiënte uitoefening door de politiediensten van hun wettelijke opdrachten een beperking van de voormelde uit het recht op eerbiediging van het privéleven voortvloeiende controlerechten kan verantwoorden, op voorwaarde dat voldoende waarborgen voorhanden zijn om misbruiken te voorkomen (EHRM, 6 september 1978, Klass e.a. t. Duitsland, § 58; beslissing, 29 juni 2006, Weber en Saravia t. Duitsland, §§ 104-106 en 135; 1 juli 2008, Liberty e.a. t. Verenigd Koningrijk, §§ 68-69).
La jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme fait apparaître que l'exercice efficace des missions légales des services de police peut justifier une limitation des droits de contrôle précités découlant du droit au respect de la vie privée, à condition qu'existent des garanties suffisantes permettant d'éviter des abus (CEDH, 6 septembre 1978, Klass e.a. c. Allemagne, § 58; décision, 29 juin 2006, Weber et Saravia c. Allemagne, §§ 104-106 et 135; 1 juillet 2008, Liberty e.a. c. Royaume Uni, §§ 68-69).