Dit zou strijdig zijn met de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, die nadrukkelijk voorziet dat, om een bevel tot aanhouding te verlenen, de onderzoeksrechter moet rekening houden met de volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare veiligheid, ten opzichte van « de feitelijke omstandigheden van de zaak en die welke eigen zijn aan de persoonlijkheid van de verdachte » (artikel 16, § 5).
Ce serait contraire à la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, qui prévoit expressément que le juge d'instruction doit rencontrer, pour pouvoir délivrer un mandat d'arrêt, une exigence d'absolue nécessité pour la sécurité publique au regard « des circonstances des faits de la cause et (de) celles liées à la personnalité de l'inculpé » (article 16, § 5).