1. De rechterlijke bevoegdheid, bepaald in artikel 8, punt 2, en artikel 13 ten aanzien van de vordering tot vrijwaring of de vordering tot voeging of tussenkomst kan worden ingeroepen in de lidstaten die zijn opgenomen op de lijst die door de Commissie uit hoofde van artikel 76, lid 1, en artikel 76, lid 2, is opgesteld, doch slechts voor zover het nationale recht dit toestaat.
1. La compétence prévue à l’article 8, point 2), et à l’article 13 pour la demande en garantie ou la demande en intervention ne peut être invoquée dans les États membres figurant sur la liste établie par la Commission en vertu de l’article 76, paragraphe 1, point b), et de l’article 76, paragraphe 2, que dans la mesure où leur droit national le permet.