3.3. Alle overige naar voren gerichte zitplaatsen, met uitzondering van het klapstoeltje waarvoor geen bevestigingspunten zijn voorgeschreven, moeten minstens twee bevestigingspunten onder hebben.
3.3. Pour toutes les autres places faisant face à l'avant, à l'exception du strapontin pour lequel des ancrages ne sont pas prescrits, il faut au moins deux ancrages inférieurs.