Vraag 33 (zie punt 4.2.3.2.): Welke eenvoudige en efficiënte structuren moeten, gezien de complexiteit van de gerechtelijke en administratieve structuren van de lidstaten en de onderlinge verschillen die daartussen bestaan, worden opgezet met het oog op de wederzijdse erkenning van strafrechtelijke sancties en de overbrenging van gedetineerden?
Question 33(voir point 4.2.3.): Vu la complexité des structures judiciaires et administratives des États membres et les différences qui existent entre elles, quelles structures simples et effectives faudrait-il prévoir pour la mise en oeuvre de la reconnaissance mutuelle de sanctions pénales et du transfert de prisonniers?