vraagt derhalve, met het oog op overleg, schorsing van de procedure met betrekking tot het wetsontwerp tot bepaling van het aanbrengen van sommige vermeldingen op de identiteitskaart bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en tot regeling van het taalgebruik voor deze vermeldingen, zoals heden ter bespreking in de Senaat voorgelegd (Gedr. St. Senaat, nr. 1-571/1 1996/1997).
demande par conséquent la suspension, aux fins de concertation, de la procédure relative au projet de loi prévoyant l'apposition de certaines mentions sur la carte d'identité visée à l'article 6, § 1 , de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes d'identité et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, et réglant l'emploi des langues pour ces mentions, dont le Sénat est actuellement saisi (doc. Sénat, nº 1-571/1 1996/1997).