14. betreurt dat geen substantiële vooruitgang is geboekt met betrekking tot de vrijlating van politieke gevangenen die zijn opgesloten wegens hun betrokkenheid bij de betogingen op het Plein van de Hemelse Vrede en betreurt eveneens dat de Chinese autoriteiten vragen om een volledig en onpartijdig onderzoek naar de gebeurtenissen van 1989 blijven negeren; vraagt dat de Chinese autoriteiten het incident van het Plein van de Hemelse Vrede officieel opnieuw beoordelen, dat een lijst van politieke gevangenen wordt gepubliceerd en dat deze gevangenen onvoorwaardelijk worden vrijgelaten;
14. regrette qu'aucun progrès notable n'ait été accompli en ce qui concerne la libération des prisonniers politiques incarcérés pour avoir pris part aux manifestations de la place Tiananmen et déplore, par ailleurs, que les autorités chinoises continuent à ignorer les demandes formulées en vue de l'ouverture d'une enquête exhaustive et impartiale sur les événements de 1989; réclame un réexamen officiel des événements de la place Tiananmen par les autorités chinoises, la publication de la liste des prisonniers politiques et leur libération sans condition;