In zijn advies wijst de Raad van State erop dat het voorstel strijdig is met artikel 18, § 2, van het Verdrag van Oviedo (Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde), dat het aanmaken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek verbiedt, aangezien het mogelijk is dat een vrij groot aantal embryo's wordt aangemaakt en dat men op voorhand weet dat de kans zeer groot is dat een aantal van de boventallige (niet onmiddellijk ingeplante) embryo's voor wetenschappelijk onderzoek bestemd kunnen worden.
Dans son avis, le Conseil d'État relève que la proposition se heurte à l'article 18, § 2, de la Convention d'Oviedo (Convention sur les droits de l'homme et la biomédecine) qui interdit la constitution d'embryons à des fins de recherche, dès lors qu'il est possible d'un nombre relativement important d'embryons soient constitués et que l'on sait d'avance qu' il est fort probable qu'un certain nombre d'embryons surnuméraires (qui ne sont pas directement implantés) puissent être destinés à la recherche scientifique.