Zoals aangegeven in B.3.8 moet de regeling van de vrijekeuzeschool uitsluitend worden beoordeeld vanuit de passieve onderwijsvrijheid, nu de actieve onderwijsvrijheid, mede gelet op het niet onbegrensde karakter van de financiën van de Gemeenschap, op voldoende wijze wordt gewaarborgd door de gewone programmatie- en rationalisatienormen.
Ainsi qu'il est indiqué au B.3.8, le régime de l'école de libre choix doit exclusivement être évalué du point de vue de la liberté passive d'enseignement, étant donné que la liberté active d'enseignement, compte tenu notamment des moyens budgétaires limités de la Communauté, est garantie de manière suffisante par les normes ordinaires de programmation et de rationalisation.