Op dat principe wordt een uitzondering voorgesteld wat betreft « een eenmalige hernieuwing van de arrestatietermijn met 24 uur in het geval waar de persoon, die van zijn vrijheid is beroofd, wegens uitzonderlijke omstandigheden eigen aan de zaak of aan de persoon, niet heeft kunnen genieten van het in artikel 2bis bedoelde overleg met zijn raadsman of binnen de arrestatietermijn is kunnen verhoord worden ».
Une exception à ce principe est proposée quant au renouvellement unique de 24 heures du délai d'arrestation dans l'hypothèse où la personne privée de sa liberté n'a pu, en raison de circonstances particulières inhérentes à l'affaire ou à la personne, bénéficier de la concertation avec son avocat visée à l'article 2bis ou être entendue dans le délai d'arrestation.