De directeur kan, voor de duur die hij bepaalt, de veroordeelde die een gemeenschapsregime geniet op diens verzoek vrijstellen van een verblijf in gemeenschappelijke leef- en werkruimten of van deelname aan een of meer gemeenschappelijke activiteiten, wanneer hij de ingeroepen gronden voor die vrijstelling als redelijk beschouwt.
Lorsqu'il juge les motifs invoqués pour la dispense raisonnables, le directeur peut, pour la durée qu'il détermine, dispenser le condamné qui bénéficie d'un régime de vie en communauté, de se tenir dans des espaces de séjour et de travail communautaires ou de participer à une ou plusieurs activités communes.