Zoals de partijen in hun memorie voor het Hof aanvoeren, vindt de ongelijke behandeling van de personeelsleden, belast met artistiekgebonden onderwijsactiviteiten, ten aanzien van de bezoldigingsregeling, haar grondslag in artikel 323, § 2, dat aan
personeelsleden de vroegere salarisschaal waarborgt, terwijl aan de in artikel 323, § 1, bedoelde personeelsleden wordt gewaarborgd dat zij in hun nieuwe ambt of in geval van bevordering in geen geval een lager salaris of een lagere salarisschaal mogen krijgen dan die waarop zij i
n hun vroegere ambt recht hadden ...[+++].
Ainsi que les parties l'indiquent dans leur mémoire devant la Cour, le traitement différent des membres du personnel chargés d'activités d'enseignement artistique, en ce qui concerne le statut pécuniaire, trouve son fondement dans l'article 323, § 2, qui garantit seulement à des membres du personnel leur ancienne échelle de traitement, cependant qu'il est garanti aux membres du personnel visés à l'article 323, § 1, qu'ils ne pourront en aucun cas recevoir, dans leur nouvelle fonction, un traitement inférieur ou un barème inférieur à celui auquel ils avaient droit dans leur fonction précédente.