Vroeger waren gerechtsdeurwaarders gelast om op de zittingen van rechtbanken en hoven de rechtszoekende op te vangen, de zaak op te roepen, de aanwezigheden te noteren, enz.
Précédemment, les huissiers de justice étaient chargés d'accueillir le justiciable aux audiences des cours et tribunaux, de faire l'appel de la cause, de noter les présences, etc.