Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt " (Nederlands → Frans) :

« Schenden de artikelen 49 en 53, 1° WIB 92 al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn, ook wanneer die kosten en lasten betrekking hebben op vermogensbestanddelen die niet langer voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen van de belastingplichtige ?

« Les articles 49 et 53, 1°, du CIR 92 violent-ils ou non les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les charges et dépenses nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles, même lorsque ces frais et charges portent sur des éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la cessation de l'activité professionnelle, font partie du patrimoine privé du contribuable ?


Het Hof oordeelde in zijn arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 dat de artikelen 49 en 53, 1°, van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn.

Dans son arrêt n° 75/2000 du 21 juin 2000, la Cour a jugé que les articles 49 et 53, 1°, du CIR 1992 violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les charges et dépenses nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles.


Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepalingen het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden « in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn, ook wanneer die kosten en lasten betrekking hebben op vermogensbestanddelen die niet langer voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen van de belastingplichtige ».

La juridiction a quo demande à la Cour si les dispositions en cause violent le principe d'égalité et de non-discrimination « en ce que les charges et dépenses nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles, même lorsque ces frais et charges portent sur des éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la cessation de l'activité professionnelle, font partie du patrimoine privé du contribuable ».


« Schenden de artikelen 49 en 53, 1° WIB92 al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn, ook wanneer die kosten en lasten betrekking hebben op vermogensbestanddelen die niet langer voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen van de belastingplichtige ?

« Les articles 49 et 53, 1°, du CIR 92 violent-ils ou non les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les charges et dépenses nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles, même lorsque ces frais et charges portent sur des éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la cessation de l'activité professionnelle, font partie du patrimoine privé du contribuable ?


Artikel 25 van de wet van 8 augustus 1980 onderwierp die vergoedingen aan dezelfde aanslagvoet als de in artikel 31, 2°, van het WIB 1964 vermelde « winsten en baten [...] behaald of vastgesteld na [de] stopzetting en [die] voortkomen [uit] de vroegere uitoefening van de beroepswerkzaamheid », namelijk aan de gemiddelde aanslagvoet overeenstemmend met het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar tijdens hetwelk de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefe ...[+++]

L'article 25 de la loi du 8 août 1980 soumettait ces indemnités au même taux d'imposition que « les bénéfices [ou] profits [...] obtenus ou constatés postérieurement à [la] cessation et qui proviennent de l'exercice antérieur de l'activité professionnelle », visés par l'article 31, 2°, du CIR 1964, à savoir au taux moyen afférent à l'ensemble des revenus imposables de la dernière année antérieure pendant laquelle le contribuable a exercé une activité professionnelle normale, à moins que la globalisation soit plus favorable.


De artikelen 49 en 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn.

Les articles 49 et 53, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les charges et dépenses nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles.


Volgens de toelichting bij deel 2 van de aangifte in de personenbelasting kan de belastingplichtige in vakje 703 van de aangifte de beroepskosten vermelden die hij na de stopzetting van zijn beroepswerkzaamheid heeft betaald of gedragen en die hij niet reeds vroeger van zijn beroepsinkomsten heeft afgetrokken (bijvoorbeeld de bijdragen die hij in uitvoering van de sociale wetgeving heeft betaald en die op de vroeger uitgeoefende beroepswerkzaamheid bet ...[+++]

Suivant les explications relatives à la partie 2 de la déclaration à l'impôt des personnes physiques, le contribuable peut mentionner au code 703 de la déclaration à l'IPP, les frais professionnels qu'il a payés ou supportés après la cessation de son activité professionnelle et qui n'ont pas déjà été déduits antérieurement de ses revenus professionnels (par exemple, les cotisations payées en exécution de la législation sociale et afférentes à l'activité professionnelle antérieurement exercée).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt' ->

Date index: 2023-09-08
w