de vrouwelijke dieren mogen maximaal 10 % uitmaken van de volwassen paardachtigen of runderen, met inbegrip van bubalus en bizon, en maximaal 20 % van de volwassen varkens, schapen en geiten;
les animaux femelles non biologiques ne peuvent représenter plus de 10 % du cheptel d'équidés ou de bovins (y compris les espèces Bubalus et Bison) adultes, et plus de 20 % du cheptel porcin, ovin ou caprin adulte;