De vrouwen kregen in Nieuw-Zeeland stemrecht in 1893. In Finland in 1906, in Noorwegen in 1907, in Denemarken in 1915, in Nederland in 1917, in Duitsland in 1918, in het Verenigd Koninkrijk in 1918 voor de vrouwen van meer dan dertig jaar en in 1928, voor iedereen. In Zweden, in Oostenrijk en in Luxemburg in 1919, in Turkije in 1930, in Spanje en in Portugal in 1931.
Le droit de vote a été reconnu aux femmes en Nouvelle-Zélande en 1893, en Finlande en 1906, en Norvège en 1907, au Danemark en 1915, aux Pays-Bas en 1917, en Allemagne en 1918, au Royaume-Uni en 1918 pour les femmes de plus de 30 ans et en 1928 pour toutes; en Suède, en Autriche et au Luxembourg en 1919, en Turquie en 1930, en Espagne et au Portugal en 1931.