Het resultaat is dat dit stelsel wel een arbeidsprikkel bevat voor de kostwinner in een koppel of in een éénoudergezin, maar tezelfdertijd de eventuele partner tegenhoudt om ook uit werken te gaan: de OESO noemt dit een oorzaak van de daling van de arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen met werkende echtgenoot [11].
Il en résulte que, même s'il incite le principal apporteur de revenu d'un couple ou d'un ménage monoparental à intégrer un emploi, ce système a également produit une contre-incitation pour le deuxième apporteur de revenu dans les couples et a été identifié par l'OCDE [11] comme une cause de la diminution du taux d'emploi des femmes mariées ayant un conjoint actif.