18. dringt erop aan dat de organisatie van de arbeidstijd moet voortvloeien uit een vrije keuze van de vrouwen; herhaalt dat een verplicht deeltijdwerk als van bovenaf opgelegde oplossing een bron van sociale uitsluiting en armoede kan zijn, terwijl de rationele tenuitvoerlegging ervan vrouwen die dat wensen in staat zou stellen de arbeidsmarkt te betreden en zich daar te ontwikkelen, en beroeps- en gezinsleven gemakkelijker te combineren;
18. insiste sur le fait que l'aménagement du temps de travail doit résulter d'un libre choix de la part des femmes ; rappelle que le travail à temps partiel comme solution imposée peut s'avérer une source d'exclusion sociale et de pauvreté, tandis que sa mise en œuvre rationnelle permettrait aux femmes qui le souhaitent d'accéder au marché du travail, d'y évoluer et de concilier plus facilement vie professionnelle et vie familiale;