Art. 5. Wanneer d
e hoeveelheden feestvuurwerk hoger zijn dan deze die ee
n particulier onder zich mag houden overeenkomstig artikel 265 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van
springstoffen, dan moeten deze steeds op een zodanige wijze verpakt zijn dat ze volgens bijlage A, onderafdeling 2.2.1.1.7 van he
...[+++]t ADR, uitsluitend kunnen worden aangemerkt als vuurwerk behorende tot classificatiecode 1.4G of 1.4S.
Art. 5. Lorsque les quantités d'artifices de joie dépassent celles qu'un particulier peut détenir en vertu de l'article 265 de l'arrêté royal du 23 septembre 1958 portant règlement général sur la fabrication, l'emmagasinage, la détention, le débit, le transport et l'emploi des produits explosifs, ceux-ci doivent toujours être emballés de telle manière qu'ils soient considérés, selon l'annexe A, sous-section 2.2.1.1.7 de l'ADR, comme des artifices appartenant au code de classification 1.4G ou 1.4S.