Tijdens een optreden, bedoeld in de artikelen 12, 13 en 14, worden de ambtenaren uit een andere lid-Staat dan de lid-Staat waar het optreden plaatsvindt, met ambtenaren van die lid-Staat gelijkgesteld, voor wat betreft de strafbare feiten die tegen of door hen mochten worden begaan.
Au cours des opérations visées aux articles 12, 13 et 14, les fonctionnaires d'un Etat membre autre que l'Etat membre d'intervention sont assimilés aux agents de celui-ci en ce qui concerne les infractions dont ils seraient victimes ou qu'ils commettraient.