Art. 21. Voor de toepassing van het beginsel en de bepalingen bedoeld in artikel 20, houdt de instelling rekening met de activa die ze zowel rechtstreeks als onrechtstreeks bezit alsook met de risico's die ermee verbonden zijn en waaraan ze door middel van afgeleide instrumenten, rechtstreeks of onrechtstreeks, is blootgesteld.
Art. 21. Pour l'application du principe et dispositions visées à l'article 20, l'institution tient compte des actifs qu'elle détient tant directement qu'indirectement ainsi que des risques y afférents auxquels elle est exposée, directement ou indirectement, par le biais d'instruments dérivés.