Artikel 19, laatste lid, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 stelt dat de waardeverminderingen die eerder werden toegepast, niet mogen worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling, wat uiteraard het geval is indien het behoud van de waardevermindering tot een onevenwicht tussen beide vennootschappen op het stuk van de vermenging van hun wederzijdse schuldvorderingen en schulden zou leiden.
L'article 19, dernier alinéa, de l'arrêté royal du 8 octobre 1976 précise que les réductions de valeur antérieurement actées ne peuvent être maintenues dans la mesure où elles excèdent, en fin d'exercice, une appréciation actuelle, ce qui est le cas, dès lors, que le maintien de la réduction de valeur engendrerait un déséquilibre entre les deux sociétés dans le jeu de la confusion de leurs créances et dettes réciproques.