C. gezien de verklaringen van de fungerend voorzitter van de Raad en de voorzitter van de Europese Commissie tijdens het debat van 13 december 2005 over de mensenrechten in Tunesië, waarin zij gewag maken van ernstige inperkingen van de fundamentele vrijheden en met name van de vrijheid van meningsuiting en van vereniging, alsook van de onafhankelijkheid van de gerechtelijke macht in Tunesië,
C. considérant les déclarations du Président en exercice du Conseil et de la Commission européenne lors du débat du 13 décembre 2005 sur les droits de l'homme en Tunisie faisant état de graves restrictions aux libertés fondamentales et en particulier, à la liberté d'expression et d'association et à l'indépendance du pouvoir judiciaire en Tunisie,