21. onderstreept de behoefte aan toereikende financiering van de jeugdgarantieregeling met middelen van het Europees Sociaal Fonds en andere structuurfondsen van de EU, en herinnert eraan dat het scheppen van banen voor jongeren een van de essentiële doelstellingen van het door het EFRO en het ESF gesteunde cohesiebeleid vormt; benadrukt echter dat deze maatregelen er niet toe moeten leiden dat de structurele maatregelen en hervormingen waarmee de onderwijsstelsels en arbeidsmarkten in diverse lidstaten klaar moeten worden gemaakt voor de uitdagingen van de toekomst, niet worden getroffen;
21. insiste sur la nécessité de prévoir, pour le dispositif de garantie pour la jeunesse, un financement suffisant provenant du Fonds social européen et d'autres fonds structurels de l'Union et rappelle que la création d'emplois destinés aux jeunes constitue l'un des objectifs essentiels de la politique de cohésion appuyée par le FEDER et le FSE; souligne néanmoins que tous ces efforts ne sauraient se substituer aux efforts et aux réformes structurels nécessaires pour permettre aux systèmes d'enseignement et au marché du travail de certains États membres de faire face aux défis qui se poseront à l'avenir;