Door de in het voormelde artikel 257, 4°, van het WIB 1992 bedoelde kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing voor de gebouwde onroerende goederen die niet gemeubileerd zijn, te beschouwen als een van de factoren die de vastgoedspeculatie op het
grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in de hand hebben gewerkt « met nefaste gevolgen voor de inwoners zoals onder andere de verhoging van de huurprijzen, de verkrotting en leegstand van de woningen » (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1993-1994, A-319
/1, p. 1), heeft de ...[+++]ordonnantiegever, gebruikmakend van zijn bevoegdheid inzake onroerende voorheffing, de kwijtschelding of proportionele vermindering ervan beperkt tot de
panden die ongezond maar verbeterbaar zijn verklaard en die na de renovatiewerkzaamheden aan de minimale bewoonbaarheidsnormen zullen voldoen.
Considérant la remise ou la modération proportionnelle du précompte immobilier pour les immeubles bâtis non meublés prévue par l'article 257, 4°, du CIR 1992 précité comme l'un des facteurs qui ont contribué à la spéculation immobilière sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale « avec ses effets néfastes pour les habitants tels que l'augmentation des loyers, la taudisation et l'abandon d'habitat » (Doc. parl., Conseil de la Région de BruxellesCapitale, 1993-1994, A-319/1, p.
1), le législateur ordonnanciel, faisant usage de sa compétence en matière de précompte immobilier, a limité la remise ou la modération proportionnelle de
...[+++] celui-ci aux immeubles qui ont été déclarés insalubres mais améliorables et qui, à l'issue des travaux de rénovation, satisferont aux normes minimales en matière d'habitabilité.