« Art. 28. Wanneer het Hof op basis van een prejudiciële vraag vaststelt dat een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel een schending inhoudt van een in artikel 26, § 1, bedoelde regel, gaat het Hof over tot de gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel waarop de vraag betrekking heeft».
« Art. 28. Lorsque la Cour constate sur la base d'une question préjudicielle qu'une loi, un décret ou une règle visée à l'article 134 de la Constitution viole une règle visée à l'article 26, § 1, la Cour annule en tout ou partie la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 de la Constitution qui fait l'objet de la question».