Het Hof stelt vast dat elke last die intrinsiek samenhangt met de uitvoering van de taken die de werknemer zijn opgedragen in zijn arbeidsovereenkomst en waarvoor hij een financiële vergoeding ontvangt, wordt gerekend tot de globale beloning van de werknemer, zoals, in het geval van lijnpiloten, de tijd die zij vliegend doorbrengen, die noodzakelijkerwijs onderdeel moet uitmaken van het bedrag waarop de werknemer recht heeft tijdens zijn jaarlijkse vakantie.
Ainsi, la Cour constate que, tout désagrément lié de manière intrinsèque à l'exécution des tâches incombant au travailleur selon son contrat de travail et compensé par un montant pécuniaire entrant dans le calcul de la rémunération globale du travailleur – tel que, pour les pilotes de ligne, le temps passé en vol – doit nécessairement faire partie du montant auquel le travailleur a droit durant son congé annuel.