De uitgaven van het bedrijfsle
ven ten behoeve van maatregelen voor bij- en nascholing zijn in de periode 1993-1999 gestegen (van omstreeks 1,6 % tot ongeveer 2,3 % van de totale arbeidskosten, d.w.z. van ongeveer 0,8% tot 1,1 % van het bbp
) en zijn sindsdien wellicht nog wat gestegen, maar onvoldoende om te voorzien in de "adequate financiële en p
ersonele middelen", waarop in de mededeling betreffende levenslang leren wordt aangedr
...[+++]ongen.
Les dépenses des entreprises consacrées à la formation professionnelle continue ont augmenté entre 1993 et 1999 (passant de près de 1,6 % à 2,3 % des coûts de la main-d'oeuvre, soit d'environ 0,8 % à 1,1 % du PIB), et il est possible qu'elles aient augmenté un peu plus depuis, mais elles restent insuffisantes pour assurer le "financement adéquat" demandé dans la Communication sur l'apprentissage tout au long de la vie.