3. De hierboven bedoelde buurstaten zonder zeekust en buurstaten met een ongunstige geografische ligging wordt, op hun verzoek, de gelegenheid gegeven, wanneer mogelijk, deel te nemen aan het voorgestelde project voor wetenschappelijk zeeonderzoek door middel van bevoegde deskundigen die door hen zijn benoemd en waartegen geen bezwaar wordt gemaakt door de kuststaat overeenkomstig de voorwaarden die in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag zijn overeengekomen tussen de betrokken kuststaat en de Staat of bevoegde internationale organisatie die het wetenschappelijk zeeonderzoek verrichten.
3. Les États sans littoral et les États géographiquement désavantagés susvisés se voient accorder, sur leur demande, la possibilité de participer autant que faire se peut au projet de recherche scientifique marine envisagé par l'intermédiaire d'experts qualifiés désignés par eux et non récusés par l'État côtier, selon les conditions dont l'État côtier et l'État ou les organisations internationales compétentes qui mènent les travaux de recherche scientifique marine sont convenus pour l'exécution du projet, en conformité de la Convention.