Zij beoogde niet het vaststellen en bestraffen van strafbare feiten, maar het doen nagaan of een gerechtsdeurwaarder de deontologische regels heeft overtreden of afbreuk heeft gedaan aan de eer van het beroep en, in dat opzicht, het vertrouwen en het krediet die een rechtzoekende, die genoodzaakt is een beroep te doen op zijn dienstverlening, hem zou kunnen schenken, kon doen wankelen.
Elle ne vise pas à constater et à punir des faits sanctionnés pénalement, mais à vérifier si un huissier a enfreint les règles déontologiques ou a porté atteinte à l'honneur de sa profession et, à ce titre, a pu ébranler la confiance et le crédit que le justiciable, contraint à recourir à ses services, pourrait lui accorder.