Alvorens over te gaan tot het afleveren van een draagvergunning voor een verweerwapen (het enige toegelaten wapen in de bewakingssector) aan een persoon die bewakingsactiviteiten uitoefent, dient de gouverneur van de provincie van de woonplaats van de verzoeker na te gaan of aan een aantal wettelijke bepalingen is voldaan, namelijk : 1. of de betrokken bewakingsonderneming een bijzonde
re toestemming voor wapenbezit heeft gekregen van de minister van Binnenlandse Zaken (koninklijk besluit van 24 mei 1991 betreffende de wapens die worden gebruikt door de personeelsleden van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten - Belgisch Sta
...[+++]atsblad van 7 juni 1991); 2. of de bewakingsagent (aanvrager van wapendraagvergunning) wel degelijk in dienst van of voor rekening van de desbetreffende bewakingsonderneming werkt (toepassing van artikel 8, 2, van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten - Belgisch Staatsblad van 29 mei 1990); 3. of de bewaker voldoet aan de opleidingsvoorwaarden (artikel 8, 2, van voormelde wet).Avant de délivrer un permis de port d'arme de défense (la seule arme auto
risée en matière de gardiennage) à une personne exerçant des activités de gardiennage, le gouverneur de la province du domicile du demandeur doit vérifier le respect de l'application d'un certain nombre de règles légales, notamment : 1. que l'entreprise de gardiennage concernée a obtenu une permission spéciale de posséder des armes du ministre de l'Intérieur (arrêté royal du 24 mai 1991 relatif aux armes utilisées par les membres du personnel des entreprises de gardiennage et des services internes de gardiennage - Moniteur belge du 7 juin 1991); 2. que le gardien (
...[+++]demandeur du permis de port d'arme) travaille réellement au service ou pour le compte de l'entreprise de gardiennage concernée (application de l'article 8, 2, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage - Moniteur belge du 29 mai 1990); 3. que le gardien satisfait aux conditions de formation (article 8, 2, de la loi précitée).