Ingevolge een fusie van twee universiteiten kon de optelling van de aantallen studenten die voorheen daarbij waren ingeschreven, immers de overschrijding van een of meer plafonds bepaald bij artikel 32 van de wet van 27 juli 1971 met zich meebrengen of doen toenemen, waardoor in de berekening van het variabele deel van de jaarlijkse werkingstoelage een aantal studenten verschijnt waarop, overeenkomstig artikel 30 van de wet van 27 juli 1971, een verminderde wegingscoëfficiënt wordt toegepast of waardoor dat aantal toeneemt, indien het reeds vóór de fusie bestond.
A la suite d'une fusion de deux universités, l'addition des nombres d'étudiants préalablement inscrits auprès de celles-ci pouvait, en effet, entraîner ou augmenter le dépassement d'un ou de plusieurs plafonds déterminés par l'article 32 de la loi du 27 juillet 1971 et, par conséquent, faire apparaître, dans le calcul de la partie variable de l'allocation annuelle de fonctionnement, un nombre d'étudiants au coefficient de pondération réduit conformément à l'article 30 de la loi du 27 juillet 1971, ou faire augmenter un tel nombre s'il existait déjà avant la fusion.