Uit die overwegingen blijkt dat de wetgever, met de bepalingen betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, een drievoudige doelstelling heeft nagestreefd : allereerst, aan de rechtzoekende de fundamentele vrijheid te waarborgen om de taal van zijn keuze te gebruiken en te worden berecht door een magistraat die een grondige kenni
s heeft van de taal waarin hij zich uitdrukt; vervolgens, rekening te houden met de arrondissementen waarin sommige rechtzoekenden zich uitdrukken in het Nederlands en anderen in het Frans; ten slotte, te waken over de goede werking van
de openbare dienst justitie ...[+++], wat onder meer het recht inhoudt om binnen een redelijke termijn te worden berecht.
Il ressort de ces considérations que, par les dispositions relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire, le législateur poursuivait un triple objectif : d'abord, garantir au justiciable la liberté fondamentale d'utiliser la langue de son choix et d'être jugé par un magistrat qui a une connaissance approfondie de la langue dans laquelle il s'exprime; ensuite, tenir compte des arrondissements dans lesquels des justiciables s'expriment, certains en néerlandais, d'autres en français; enfin, veiller au bon fonctionnement du service public de la justice qui implique notamment le droit d'être jugé dans un délai raisonnable.