Uiteindelijk schaarde een meerderheid van de commissie zich achter de volgende formulering: `Tegen een persoon kan geen veroordeling worden uitgesproken die enkel gegrond is op verklaringen die hij heeft afgelegd in strijd met de paragrafen 2, 3 en 5, met uitsluiting van paragraaf 4, wat betreft het voorafgaandelijk vertrouwelijk overleg of bijstand door een advocaat tijdens het verhoor'.
Une majorité de la commission s'est finalement rangée derrière le libellé suivant « Aucune condamnation ne peut être prononcée contre une personne sur le seul fondement de déclarations qu'elle a faites en violation des §§2, 3 et 5 à l'exclusion du §4, en ce qui concerne la concertation confidentielle préalable ou assistance d'un avocat au cours de l'audition ».