1. De exploitanten treffen de noodzakelijke preventieve maatregelen om erop toe te zien dat verplaatsingen van waterdieren die niet bestemd zijn voor inrichtingen, voor vrijlating in het wild of voor menselijke consumptie geen significant risico vormen voor de verspreiding van in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder d) naar waterdieren op de plaats van bestemming.
1. Les opérateurs prennent les mesures de prévention requises afin que les mouvements d’animaux aquatiques non destinés à des établissements, à un lâcher dans la nature ou à la consommation humaine ne présentent pas de risque important de propagation de maladies répertoriées visées à l’article 8, paragraphe 1, point d), aux animaux aquatiques présents au lieu de destination.