2. Nadat de bevoegde autoriteit of autoriteiten heeft of hebben gecontroleerd of de weefselinstelling voldoet aan de in artikel 28, onder a), bedoelde voorschriften, zorgt of zorgen zij voor erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning van de weefselinstelling en vermeldt of vermelden zij welke werkzaamheden deze mag verrichten en welke voorwaarden van toepassing zijn.
2. Après avoir vérifié que l'établissement de tissus satisfait aux exigences visées à l'article 28, point a), les autorités compétentes agréent, désignent ou autorisent l'établissement de tissus et précisent les activités que celui-ci peut effectuer et les conditions qui y sont attachées.