Art. 12. De concessiehouder moet de Algemene Directie zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een week verwittigen indien bij de ontginning voorwerpen, sporen of overblijfselen worden gevonden, die van historisch, oudheidkundig, wetenschappelijk of militair belang zijn of kunnen zijn.
Art. 12. Le concessionnaire est tenu d'informer la Direction générale le plus tôt possible et endéans la semaine en cas de découverte, à l'occasion de l'exploitation, d'objets, de traces ou de restes qui ont ou peuvent avoir un intérêt historique, archéologique, scientifique ou militaire.