Art. 3. Behoudens met redenen omklede dringende noodzakelijkheid, waarover wordt geoordeeld door de beheerder van de openbare weg, mag op, onder of boven de openbare weg geen enkel werk worden aangevat zonder voorafgaande coördinatie in tijd en ruimte door de beheerders van de openbare weg en zonder voorafgaande vergunning afgegeven door de beheerders van de openbare weg.
Art. 3. Sauf urgence motivée, appréciée par le gestionnaire de la voie publique, aucun travail ne peut être entamé sur, sous ou au-dessus de la voie publique sans coordination préalable dans le temps et l'espace par les gestionnaires de la voie publique et sans autorisation préalable délivrée par les gestionnaires de la voie publique.