Voorbijgaand aan de redenen die aan de basis zouden kunnen liggen van een dergelijke situatie en zonde
r vandaag kennis te hebben van de inhoud van de meegedeelde informatie en bijgevolg van het grote of minder grote belang ervan (51), kan het Comité I niet anders dan vaststellen dat de leden van de dienst contraspionage van de Veilighei
d van de Staat heel weinig belangstelling voor deze zaak lijken te hebben getoond, in de veronderstelling dat ze pas na de interventie van de Belgische
media kennis hebben ...[+++]gekregen van de precieze context van de zaak.
Au-delà des raisons qui pourraient être à la base d'une telle situation et sans avoir à ce jour connaissance du contenu des informations communiquées et donc de leur plus ou moins grand degré d'intérêt (51), force est de constater pour le Comité R que les membres du service contre-espionnage de la Sûreté de l'État semblent avoir montré un intérêt fort limité pour cette affaire, dans l'hypothèse où il a fallu attendre l'intervention des médias belges pour qu'ils soient mis au courant du contexte précis de celle-ci.