Hoewel het tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever behoort te beslissen of de gevolgen van een beroepsactiviteit die voortduren na de stopzetting ervan al dan niet een professioneel karakter behouden, is het echter niet verantwoord dat, onder die gevolgen, de inkomsten wel en de lasten en uitgaven niet in aanmerking worden genomen.
S'il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de décider si les effets d'une activité professionnelle qui perdurent au-delà de sa cessation conservent ou non un caractère professionnel, il n'est toutefois pas justifié de prendre en compte, parmi ces effets, les revenus, et de ne pas prendre en compte les charges et dépenses.