In een arrest van 24 januari 2005 heeft het Hof van Cassatie (Nederlandse afdeling, 3de kamer) gesteld dat de algemene regeling betreffende de rechtsverhouding tussen het ziekenhuis en de geneesheren met betrekking tot de procedure tot afzetting van een ziekenhuisgeneesheer niet ten nadele van de ziekenhuisgeneesheer mag afwijken van de waarborgen bepaald in de artikelen 125 tot en met 128 van de wet op de ziekenhuizen, maar wel bijkomende waarborgen ten gunste van de ziekenhuisgeneesheer mag vaststellen.
L’arrêt du 24 janvier 2005 de la troisième chambre de la section néerlandaise de la Cour de cassation prévoit que la réglementation générale relative aux rapports juridiques entre l’hôpital et les médecins en ce qui concerne la procédure de révocation d’un médecin hospitalier, ne peut déroger, au préjudice de ce dernier, aux garanties prévues aux articles 125 à 128 inclus de la loi sur les hôpitaux, mais peut bel et bien établir des garanties complémentaires au profit du médecin hospitalier.