In artikel 493, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 148 van 18 maart 1935, worden de woorden « of van ieder ander persoon die ingevolge leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid bijzonder kwetsbaar is » ingevoegd tussen de woorden « van een minderjarige » en de woorden « om hem, te zijnen nadele, ».
Dans l'article 493, alinéa 1, du même Code, modifié par l'arrêté royal nº 148 du 18 mars 1935, sont insérés entre les mots « d'un mineur » et les mots « pour lui faire souscrire », les mots « ou de toute personne particulièrement vulnérable en raison de son âge, d'un état de grossesse, d'une maladie ou d'une déficience ou infirmité physique ou mentale ».