Met betrekking tot § 4 : dat men bij de verdeling in natura het verbrokkelen van erven en het splitsen van bedrijven moet vermijden (zie het actuele artikel 832) blijft evident; daarbij wordt nog benadrukt dat het dan wel om een verbrokkeling of een splitsing moet gaan die tot waardeverlies leidt; iedere opdeling uit een groter geheel leidt daar niet toe, en het kan uiteraard in het belang van alle deelgenoten zijn dat men bijvoorbeeld een bestaand groter geheel eerst opsplitst vooraleer men tot verdeling in natura overgaat.
En ce qui concerne le § 4: il demeure évident qu'il faut éviter, lors du partage, de morceler les héritages et de diviser les exploitations (voir l'article 832 actuel) il est ajouté qu'on envisage surtout le morcellement et la division qui entraîne une perte de valeur; ce n'est pas le cas pour toute division d'un plus grand ensemble, et il peut être de l'intérêt de tous les copartageants de diviser un ensemble plus grand avant de procéder au partage en nature.