Het Grondwettelijk Hof heeft weliswaar reeds meermaals geoordeeld dat het in beginsel aan de wetgever staat om de zwaarwichtigheid van de bestraffing van een misdrijf vast te stellen (en dus impliciet ook de zwaarwichtigheid van de gevolgen daarvan voor de voorwaardelijke invrijheidstelling).
La Cour constitutionnelle a certes déjà jugé à plusieurs reprises qu'il revient en principe au législateur de fixer le degré de sévérité de la peine (et donc implicitement la sévérité de ses conséquences pour la libération conditionnelle).