In dit verband moet weliswaar worden opgemerkt dat noch het Statuut van het Hof noch het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, evenmin als de Reglementen voor de procesvoering van het Hof en het Gerecht overigens, voorzien in de mogelijkheid om een sanctie op te leggen indien geen gevolg wordt gegeven aan die beschikking, zod
at op die weigering alleen kan worden gereageerd doordat de rechterlijke instantie daaraan gevolgen verbindt in de beslissing die een einde maakt aan het geding (zie in die zin arre
...[+++]sten Hof van 10 juni 1980, M./Commissie, 155/78, Jurispr. blz. 1797, punten 20 en 21), hetgeen het Gerecht voor ambtenarenzaken in het bestreden arrest heeft gedaan.
À cet égard, il doit, certes, être observé que ni le statut de la Cour, ni le règlement de procédure du Tribunal de la fonction publique, à l’instar, par ailleurs, des règlements de procédure de la Cour et du Tribunal, ne prévoient la possibilité d’infliger une sanction en cas de non-obtempération à une telle ordonnance, la seule réaction possible face à un refus étant que la juridiction en tire les conséquences dans la décision mettant fin à l’instance (voir, en ce sens, arrêt de la Cour du 10 juin 1980, M./Commission, 155/78, Rec. p. 1797, points 20 et 21), ce que le Tribunal de la fonction publique a fait dans l’arrêt attaqué.