Rekening houdend met het doel dat de wetgever wilde nastreven, namelijk een zeker aantal tweede aanvragen ontmoedigen die alleen bedoeld zijn om het recht op opvang te verlengen, is het, om motieven die identiek zijn aan die welke in B.9 en B.11 zijn uiteengezet, redelijk verantwoord dat de wetgever een maatregel neemt om te vermijden dat de aldus voorziene beperking van de materiële hulp wordt omzeild door de toekenning van een financiële hulp ten laste van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Compte tenu de l'objectif que le législateur entendait poursuivre, à savoir décourager un certain nombre de deuxièmes demandes dont le seul but est de prolonger le droit à l'accueil, il est raisonnablement justifié, pour des motifs identiques à ceux qui ont été exposés en B.9 à B.11, que le législateur prenne une mesure destinée à éviter que la limitation de l'aide matérielle ainsi prévue ne soit contournée par l'octroi d'une aide financière à charge des centres publics d'action sociale.