De ambtenaar mag, zonder machtiging van
het tot aanstelling bevoegde gezag, van een regering of wie dan ook buiten zijn instelling, geen eerbewijzen, onderscheidingen, gunsten, gifte
n of beloningen van welke aard ook aanvaarden, behalve wegens vóór zijn
aanstelling bewezen diensten of wegens diensten welke gedurende een bijzonder verlof ter zake van militaire dienst of andere nationale dienst uit hoofde van zodanige dienst zijn bew
...[+++]ezen.
Le fonctionnaire ne peut accepter d'un gouvernement ni d'aucune source extérieure à l'institution à laquelle il appartient, sans autorisation de l'autorité investie du pouvoir de nomination, une distinction honorifique, une décoration, une faveur, un don, une rémunération, de quelque nature qu'ils soient, sauf pour services rendus soit avant sa nomination, soit au cours d'un congé spécial pour service militaire ou national, et au titre de tels services.